In de DSM-5 zijn de bipolaire-stemmingsstoornissen gescheiden van de depressieve-stemmingsstoornissen waarmee de categorie stemmingsstoornissen opgeheven is. De bipolaire-stemmingsstoornissen zijn geplaatst tussen het hoofdstuk over schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en dat over depressieve-stemmingsstoornissen. Hiermee wordt de inherente verbintenis tussen deze aandoeningen losgelaten als teken van de brugfunctie die de bipolaire stoornis inneemt tussen enerzijds de psychotische stoornissen en anderzijds de depressieve stoornissen wat symptomen, familieanamnese en genetica betreft.
Depressieve stemmingsstoornissen
Binnen de depressieve stoornissen zijn enkele nieuwe categorieën opgenomen waaronder de premenstruele stemmingsstoornis. De disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis is als tweede nieuwe diagnose toegevoegd aan de categorie depressieve-stemmingsstoornissen voor kinderen tot de leeftijd van 12 jaar. Kinderen met dit patroon van symptomen ontwikkelen, als zij eenmaal in de adolescentie of volwassenheid belanden, namelijk eerder depressieve-stemmingsstoornissen of angststoornissen dan bipolaire-stemmingsstoornissen. De derde nieuwe classificatie is de persisterende depressieve stoornis. Deze stoornis is een samenvoeging van de dysthyme stoornis en de chronische depressieve stoornis uit de DSM-IV.
De classificatie depressieve stoornis heeft geen grote veranderingen ondergaan. Hierbij is de meeste aandacht besteed aan een verdere verfijning van de kenmerken die aangegeven kunnen worden. De aanduiding ‘Met psychotische kenmerken’ kan niet meer alleen bij ernstige maar ook bij lichte en matig ernstige klachten gesteld worden. Aan de depressieve stoornissen zijn twee nieuwe specificaties toegevoegd, te weten ‘Met angstige spanning’ en ‘Met gemengde kenmerken’. De eerste toevoeging heeft te maken met het feit dat angstsymptomen prognotisch ongunstig kunnen zijn wat therapieresultaten en herstel betreft. De specificatie ‘Met gemengde kenmerken’ is zowel aan de depressieve als bipolaire stoornissen toegevoegd. Bij een depressieve stoornis is hiervan sprake als minstens drie manische symptomen naast elkaar voorkomen.
Aangezien depressies ook tijdens de zwangerschap kunnen voorkomen is het kenmerk dat wees op een ontstaan van depressie post partum gewijzigd in peri partum. Recidiverende kortdurende depressie, depressie van korte duur (4 – 13 dagen) en depressieve episode met onvoldoende symptomen kunnen bij de overige depressieve stoornissen worden aangegeven.
Indien niet aan de volledige criteria voor een depressie voldaan wordt maar er onvoldoende informatie is om te bepalen aan welke criteria de stoornis dan wel voldoet is een categorie ‘Ongespecificeerde depressieve stoornis’ opgenomen.
Het rouwcriterium is een belangrijke verandering in de DSM 5. In de DSM-IV gold voor dit rouwcriterium een tijdslimiet van twee maanden. Als depressieve klachten in dat geval langer dan twee maanden duurden diende alsnog een depressie geclassificeerd te worden indien aan de criteria werd voldaan. Het onderscheid tussen depressie en rouwsymptomen blijkt echter erg lastig te zijn. Het verlies van een dierbare is een ernstige psychosociale stressor die bij kwetsbare personen een depressieve stoornis kan uitlokken. In de DSM 5 wordt het om die reden aan de behandelaar overgelaten of er op grond van de klachten die ontstaan na verlies en voldoen aan de criteria voor een depressieve stoornis toch beter als rouw geduid kunnen worden.
Bipolaire-stemmingsstoornissen
Aan de classificatiecriteria voor de bipolaire-stemmingsstoornissen zijn veranderingen in stemming en veranderingen in activiteit of energie toegevoegd. Bij een hypomane episode moet nu ook sprake zijn van een duidelijke stijging in activiteiten of energieniveau.
De specificatie ‘Met gemengde kenmerken’ vervangt de Bipolaire I stoornis, gemengde episode. Deze veronderstelde namelijk dat de volledige criteria voor manie en depressie gelijktijdig vervuld waren. Dit was echter zelden het geval. De classificatie ‘Andere gespecificeerde bipolaire-stemmingsstoornissen’ kan worden toegekend indien mensen geïsoleerde depressieve en/of manische symptomen ervaren die niet voldoen aan de criteria voor de bipolaire-I-stoornis, de bipolaire-II-stoornis of de cyclothyme stoornis. Aan de bipolaire stoornis is verder het kenmerk ‘Met angstige spanning’ toegevoegd.