Zo’n 5% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd vertoont een ernstiger vorm van het premenstrueel syndroom, namelijk de premenstruele dysfore stoornis (in het Engels PMDD (premenstrual dysphoric disorder)) geheten. Hierbij treden de emotionele verschijnselen in dusdanig ernstige mate op dat ze de normale werkzaamheden (school/werk), de dagelijkse bezigheden, sociale activiteiten en relaties verstoren. PMDS valt onder ‘depressieve stoornis niet anders omschreven’ in de DSM-IV-TR.
De beperkingen in het sociale functioneren kunnen zich uiten in huwelijksproblemen, het vermijden van sociale contacten en problemen met familie en vrienden. Daarbij dienen langdurige huwelijksproblemen of arbeid gerelateerde moeilijkheden niet verward worden met de problemen die zich alleen voor de menstruatie voordoen. Er is namelijk een groot contrast tussen de depressieve gevoelens van de vrouw en de functioneringsproblemen die ze tijdens die dagen ervaart en haar stemming en capaciteiten gedurende de rest van de maand.
Premenstrueel gerelateerde stemmings- en somatische klachten neigen zich binnen families voor te doen en zijn tenminste deels erfelijk.
Onderscheid met premenstrueel syndroom
Naar schatting ervaart tenminste 75% van de vrouwen premenstruele veranderingen. Deze voorbijgaande stemmingsveranderingen vallen echter niet onder de noemer ‘mentale stoornis’. PMDS onderscheidt zich daarnaast van het veel vaker voorkomende premenstrueel syndroom door het karakteristieke klachtenpatroon, de ernst van de klachten en de resulterende beperkende invloed op het dagelijks leven.
Diagnose premenstruele dysfore stoornis
Er bestaan nog geen specifieke laboratoriumtesten die de stoornis kunnen diagnosticeren. De diagnose PMDS wordt op basis van de klachten gesteld, die dagelijks door de vrouw of een huisgenoot in een dagboek gedurende tenminste twee opeenvolgende menstruele cycli zijn genoteerd. Het is uitermate belangrijk dat dit dagelijks wordt bijgehouden en niet met terugwerkende kracht vanuit het geheugen wordt vastgelegd. Dit kan tevens de aanwezigheid van het cyclische patroon van de symptomen bevestigen. Deze bestaan onder andere uit een duidelijke depressieve stemming, duidelijke angst, duidelijke affectlabiliteit en afgenomen belangstelling voor activiteiten. Deze doen zich geregeld gedurende de meeste menstruele cycli in de laatste week van de luteale fase (na de eisprong) voor tijdens het afgelopen jaar. Hierdoor functioneren deze vrouwen in de week voor de menstruatie slecht.
Sommige vrouwen hebben ook gedurende een aantal dagen rond de ovulatie last van klachten en vrouwen met een korte cyclus zijn daardoor soms maar gedurende één week per cyclus klachtenvrij. Binnen enkele dagen na het begin van de menstruatie (de folliculaire fase) beginnen de symptomen te verdwijnen en ze zijn altijd afwezig in de week die op de menstruatie volgt. Hiermee onderscheidt PMDS zich ook van een stemmingsstoornis als depressie.
Andere mentale stoornissen
De symptomen zijn van vergelijkbare ernst (maar niet wat betreft de duur) als die van andere mentale stoornissen als depressie en veroorzaken een duidelijke interferentie met het vermogen sociaal of beroepsmatig te functioneren in de week die aan de menstruatie vooraf gaat.
De premenstruele dysfore stoornis moet onderscheiden worden van de premenstruele verergering van een bestaande mentale stoornis waarbij de klachten voor de menstruatie verergeren maar gedurende de gehele menstruele cyclus aanhouden. Wel kan PMDS naast een bestaande mentale stoornis voorkomen indien zich klachten voordoen die karakteristiek zijn voor de premenstruele dysfore stoornis, veranderingen in het functioneren veroorzaken en duidelijk anders zijn dan de symptomen die onderdeel uitmaken van de bestaande stoornis.
Dikwijls hebben vrouwen met PMDS een geschiedenis van voorafgaande stemmings- en angststoornissen. Wanen en hallucinaties komen in uitzonderlijke gevallen in de late luteale fase van de menstruele cyclus voor. Deze kunnen een verergering van een reeds bestaande mentale stoornis vertegenwoordigen of een symptoom van de premenstruele dysfore stoornis zijn.
Medische klachten
Hoewel vrouwen die zowel last hebben van een pijnlijke menstruatie (dysmenorroe) als PMDS vaker hulp zoeken dan vrouwen die aan één van beide lijden, hebben de meeste vrouwen last van één van de twee aandoeningen. Veel medische klachten zoals migraine, astma en allergieën kunnen in de premenstruele of luteale fase verergeren. Sommige mensen met medische aandoeningen kunnen een verergerde dysforie en vermoeidheid gedurende de premenstruele periode ervaren. Ook deze medische condities dienen van PMDS onderscheiden te worden aan de hand van lichamelijk onderzoek, laboratoriumtesten en de voorgeschiedenis.
Behandeling PMDS
Antidepressiva kunnen de symptomen van vrouwen met PMDS verhelpen. Ook kan gebruik gemaakt worden van injecties met een GnRH-agonist, die ervoor zorgt dat het lichaam minder oestrogeen en progesteron produceert, in combinatie met lage doses oestrogeen in tabletvorm of als pleister.
Kenmerken van een premenstruele dysfore stoornis
- Tenminste vijf van de onderstaande symptomen moeten meestal aanwezig zijn gedurende de laatste week van de luteale fase in het afgelopen jaar. De symptomen verdwijnen binnen een paar dagen na het begin van de folliculaire fase (periode voor de eisprong) en zijn afwezig in de week na de menstruatie. Minimaal één symptoom moet tot de eerste vier onderstaande symptomen behoren:
- Verdrietig of hopeloos gevoel of zelfspot
- Gespannen of angstig gevoel of ‘op het randje’
- Duidelijke labiele stemming en dikwijls huilen of toegenomen gevoeligheid voor afwijzing
- Aanhoudende geïrriteerdheid, woede en een toename van interpersoonlijke conflicten
- Afgenomen interesse in alledaagse activiteiten, die verband kunnen houden met het zich onttrekken aan sociale relaties (werk, school, vrienden, hobby’s)
- Subjectief gevoel moeite te hebben met concentreren
- Zich vermoeid voelen, lethargisch of een duidelijk gebrek aan energie hebben
- Duidelijke veranderingen in eetlust die zich kunnen voordoen als vreetbuien of behoefte hebben aan bepaalde voedingsmiddelen
- Hypersomnia (overmatige behoefte aan slaap) of insomnia (slapeloosheid)
- Een subjectief gevoel overweldigd te zijn of geen controle meer te hebben
- Lichamelijke symptomen zoals gevoelige of gezwollen borsten, hoofdpijn of een opgeblazen gevoel of gewichtstoename waarbij kleding, schoenen of ringen strak komen te zitten. Ook kan zich gewrichts- of spierpijn voordoen.
- De stoornis interfereert duidelijk met werk of school of met de gebruikelijke sociale activiteiten en relaties met anderen (bijvoorbeeld vermijden van sociale bezigheden, afname van prestaties op school of werk)
- De stoornis is niet alleen een verergering van de symptomen van een andere stoornis hoewel deze zich wel bovenop een andere stoornis kan voordoen
- Criteria 1, 2 en 3 moeten bevestigd worden door het dagelijks bijhouden van een dagboek waarin de symptomen op ernst geschat worden, gedurende tenminste twee opeenvolgende symptomatische cycli (de diagnose kan echter al wel voorlopig gesteld worden)