Bij depressie is het nog niet mogelijk een onderverdeling te maken op grond van de oorzaken die tot de stoornis hebben geleid. Wel staat vast dat de groep depressieve cliënten die atypische kenmerken vertonen niet goed reageert op een behandeling met bepaalde medicatie (de zogenaamde klassieke antidepressiva). Hierdoor onderscheidt deze groep zich van de groep met typische (melancholische) depressie, de meest voorkomende vorm van depressie. Een atypische depressie is een vorm van depressie die veel van de typisch depressieve kenmerken dus juist niet heeft. De stoornis kenmerkt zich door een relatief milde symptomatologie en omgekeerde vitale kenmerken. De term atypisch doet ten onrechte vermoeden dat het om een ongebruikelijke vorm van depressie gaat.
Begin en verloop van depressie met atypische kenmerken
Deze vorm van depressie begint vaak op jongere leeftijd (bijvoorbeeld op de middelbare school) en heeft dikwijls een chronischer, minder episodisch verloop waarbij iemand tussentijds slechts gedeeltelijk herstelt en de klachten langdurig, soms levenslang, voorkomen. Jongere mensen hebben vaker depressieve episodes met atypische kenmerken terwijl deze bij oudere personen meer gepaard gaan met melancholische symptomen.
Ook komt vaker een seizoensgebonden patroon voor bij atypische depressie, wat betekent dat de klachten zich frequenter gedurende de wintermaanden voordoen of verergeren.
Vrouwen en atypische depressie
Een depressie met atypische kenmerken komt meer bij vrouwen voor (twee tot drie keer zo vaak bij vrouwen dan bij mannen), in het bijzonder onder vrouwen die vaker last van een premenstrueel syndroom hebben. In de week die aan de menstruatie voorafgaat is daarbij sprake van een duidelijke stemmingsdaling wat doet vermoeden dat hormonen een rol spelen. Dit komt echter uit wetenschappelijk onderzoek niet naar voren en ook hormoontherapie levert geen verbetering van de klachten op.
Andere (stemmings)stoornissen
Atypische kenmerken doen zich ook voor bij bipolaire stoornissen waarbij de dikwijls langdurige periodes van atypische depressie worden afgewisseld door (korte) periodes van (hypo)manie. Bij mensen met een atypische depressie komen vaker angst- en persoonlijkheidsstoornissen voor.
Behandeling van atypische depressie
De behandeling van een depressie met atypische kenmerken bestaat bij een seizoensafhankelijk verloop (winterdepressie) vaak uit lichttherapie. Is hier geen sprake van dan kan een behandeling met medicatie en/of psychotherapie plaatsvinden. Zoals hierboven vermeld reageren mensen met een atypische depressie minder goed op de zogenaamde tricyclische antidepressiva maar laten de klassieke MAO-remmers over het algemeen wel goede resultaten zien. Vanwege de onbekendheid met dit soort middelen onder artsen worden deze vaak niet voorgeschreven waardoor herstel uitblijft.
Bij een behandeling met psychotherapie wordt over het algemeen voor cognitieve therapie of interpersoonlijke therapie gekozen. Ook is een combinatie van psychotherapie en medicatie mogelijk in geval van atypische depressie.
Kenmerken van atypische depressie
- Reactiviteit van de stemming waarbij het humeur opklaart in reactie op feitelijke of mogelijk positieve gebeurtenissen zoals bezoek van de kinderen of bij het krijgen van een compliment. Iemand kan zich zelfs gedurende langere periodes geestelijk goed in zijn vel voelen zolang de omstandigheden van buitenaf maar gunstig blijven.
- De aanwezigheid van tenminste twee van de volgende symptomen:
- Toegenomen eetlust waarbij duidelijk meer wordt gegeten of significante gewichtstoename
- Hypersomnia (vergrote slaapbehoefte) waarbij men ’s nachts langer slaapt of overdag weg dut maar in ieder geval tenminste tien uur per dag slaapt (of tenminste twee uur langer dan wanneer diegene niet depressief is)
- Dodelijke vermoeidheid die tenminste een uur per dag duurt maar vaak vele uren aanhoudt waarbij iemand een loodzwaar gevoel heeft, over het algemeen in de armen en benen
- Een langdurig aanwezig patroon van overgevoeligheid voor intermenselijke afwijzing. Het is een karaktertrek die al vroeg in iemands leven naar voren komt en tot in de late volwassenheid zal blijven bestaan. Hoewel deze overgevoeligheid zich zowel ten tijde van de depressie als op momenten dat men niet depressief is voordoet, is ie tijdens depressieve periodes duidelijker aanwezig. Dit leidt tot significante sociale of beroepsmatige beperkingen. Voorbeelden hiervan zijn het niet in staat zijn om langdurige relaties aan te gaan uit angst voor afwijzing, overmatig gebruik van middelen of het vroegtijdig stoppen met werk. Iemand die zich zo af en toe lichtgeraakt of over emotioneel gedraagt voldoet niet aan dit criterium.
- Ten tijde van de depressieve episode met atypische kenmerken wordt niet voldaan aan een depressie met melancholische of katatone kenmerken.
Soorten atypische depressie
Er kan onderscheid gemaakt worden naar twee soorten atypische depressie:
- V-type
Hierbij is sprake van vegetatieve verschijnselen zoals slaperigheid en een overmatige slaapbehoefte, dodelijke vermoeidheid (lethargie), overmatige eetlust (hyperfagie) en een omgekeerde dagschommeling waarbij de stemming verslechtert naarmate de dag verstrijkt - A-type
Dit type kenmerkt zich door paniekaanvallen, gegeneraliseerde angst en/of fobische symptomen