Zo’n 6% van de Nederlanders lijdt aan een depressie en bijna 20% heeft ooit in zijn leven last van een depressie gehad.
Bijna een kwart van de vrouwen heeft tijdens hun leven een depressieve stoornis gehad tegenover ongeveer 13% van de mannen; onder vrouwen komt deze stoornis dus bijna twee keer zoveel voor als bij mannen. De reden daarvan is niet bekend maar zou te maken kunnen hebben met de hormoonhuishouding of het eerder bezoeken van de huisarts in verband met depressieve klachten, waarbij vrouwen makkelijker over gevoelens praten. Het verschil tussen mannen en vrouwen is hierbij het grootst in de leeftijdscategorie 18 – 24 jaar.
Laagopgeleiden en alleenstaanden (ongehuwden, weduwen/weduwnaars en gescheidenen) hebben vaker last van een depressie dan hoogopgeleiden. Ditzelfde geldt voor mensen zonder betaalde baan, ook daar ligt het percentage depressieve mensen hoger dan onder mensen die werkzaam zijn. Wellicht heeft dit met de ongunstigere leefomstandigheden binnen deze groepen te maken.
Iemand die in het verleden vaker een depressieve episode heeft doorgemaakt loopt een grotere kans op het krijgen van een nieuwe depressie. 50% van de mensen die één depressieve episode hebben meegemaakt worden opnieuw depressief. Indien iemand twee keer depressief is geweest loopt dit percentage op naar 70% en ingeval van drie episodes zelfs naar een kans van 90% op een depressieve terugval.
Van alle mensen die depressief zijn heeft 15% last van een chronische depressieve stoornis. 15 – 20% van hen wil na kortere of langere tijd voortijdig een einde aan zijn leven maken.