Depressie komt twee keer zo vaak voor onder mensen met diabetes waarbij één op de tien diabetici zelfs last heeft van een ernstige depressie. In veel gevallen wordt deze door de arts niet opgemerkt aangezien vooral de lichamelijke kanten van de ziekte besproken worden. Daarnaast worden depressieve klachten gemakkelijk aan de diabetes toegeschreven aangezien de klachten sterk op elkaar lijken. Een ontregelde diabetes kan namelijk ook leiden tot weinig eetlust of slaapgebrek, stemmingswisselingen, geen zin in seks meer hebben of zich futloos voelen.
De grote dagelijkse last van de zelfzorg speelt bij diabetici een rol bij het aanhouden van depressieve gevoelens. Ze moeten daarbij zelf hun bloedglucosewaarden meten en rekening houden met hun voedings- en bewegingspatroon, wat veel kennis, discipline en motivatie vergt. Met antidepressiva en gesprekstherapie zijn de depressieve gevoelens te behandelen waarbij er tijdens de therapie aandacht aan diabetes specifieke problemen besteed moet worden. Die kunnen bijvoorbeeld bestaan uit emotionele spanningen en schuldgevoelens, gevoelens van boosheid of somberheid, minder nauwkeurig innemen van de medicatie, minder controleren van de bloedglucosewaarden of het niet zo nauw nemen met de voedingsadviezen. Ook kunnen zich sociale en relationele problemen voordoen waarbij diabetici conflicten met de omgeving krijgen omdat hun naasten zich te veel met de diabetes bemoeien of zich er juist te weinig mee bezighouden, wat gevoelens van eenzaamheid kan oproepen. Ouderen kunnen seksuele problemen ondervinden ten gevolge van de diabetes en in sommige gevallen komen werk gerelateerde problemen voor. Stress beïnvloedt de bloedglucosewaarden waardoor de diabetes ontregeld raakt, wat opnieuw stressklachten kan veroorzaken. Indien de hiervoor genoemde klachten langer bestaan kunnen ze zelfs tot een diabetes ‘burn-out’ leiden.
Diabetes vormt in principe geen belemmering voor het gebruik van antidepressieve medicatie. De effecten op de diabetes zijn afhankelijk van de soort medicatie die gebruikt wordt waarbij de moderne antidepressiva (SSRI’s) over het algemeen geen ongunstig effect op de bloedglucosespiegel hebben. Diabetici hebben een grotere kans op een herhaalde depressie, die zwaarder dan de eerste kan zijn, waardoor het belangrijk is dat deze goed behandeld is.
Naast de depressieve klachten krijgen mensen met diabetes door de depressie te maken met gevolgen als een vaak hogere bloedsuiker, is het moeilijker gezond te eten, genoeg te bewegen en medicatie regelmatig in te nemen en hebben ze meer kans op lichamelijke gevolgen van diabetes zoals problemen met ogen, nieren en hart- en vaatziekten. Veel mensen krijgen last van stemmingswisselingen ten gevolge van schommelende bloedglucosewaarden. Deze somberheidsklachten nemen toe naarmate er meer diabetescomplicaties optreden.
Het werkt echter ook de andere kant op, mensen met een depressie lopen een groter risico om diabetes mellitus type 2 te ontwikkelen. Dit zou veroorzaakt kunnen worden doordat depressieve mensen minder goed voor zichzelf zorgen, minder gezond eten, inactiever zijn en weinig bewegen, wat de kans op overgewicht en insulineresistentie verhoogt. Beiden zijn namelijk risicofactoren voor het ontwikkelen van diabetes type 2. Een andere oorzaak zou kunnen zijn dat depressieve ouderen meer buikvet ontwikkelen dan ouderen zonder depressie. Depressie en chronische stress kunnen bepaalde hersendelen activeren en leiden tot een verhoogde cortisolaanmaak. Cortisol stimuleert de opslag van vet in de buikholte waarbij buikvet een belangrijke risicofactor voor diabetes vormt.
Het verband tussen diabetes en depressie kan op meerdere manieren verklaard worden. Een eerste mogelijkheid is het voortkomen van een depressie uit de moeilijke behandeling van diabetes, de grote verantwoordelijkheid die iemand met diabetes heeft en de dagelijkse zorg om diabetes. De diagnose diabetes slaat vaak in als een bom omdat men verplicht wordt tot een nieuwe levensstijl. Dit vergt aanpassing wat voor sommige mensen een aanleiding kan vormen tot het ontwikkelen van een depressie. Een andere verklaring zou een organische oorzaak kunnen zijn waarbij de insulinehuishouding door de diabetes overhoop ligt waardoor andere hormonale balansen verstoord raken en een depressie uitlokken. Ook bestaat er een theorie dat diabetes en depressie samen voorkomen maar niet oorzakelijk aan elkaar verbonden zijn. Voor geen van deze verklaringen is echter nog bewijs gevonden.