Voor een relatief klein aantal mensen met depressie is het noodzakelijk om opgenomen te worden. Hierbij zijn verschillende mogelijkheden, namelijk opname op een psychiatrische (PAAZ) afdeling van een algemeen ziekenhuis, op een afdeling van een universiteitskliniek, in een algemeen psychiatrisch ziekenhuis (APZ) of tijdelijke opname in een crisiscentrum. In het laatste geval vertrekt de cliënt na een paar dagen naar huis of wordt deze alsnog opgenomen in een instelling.
In de meeste gevallen benadert de huisarts het RIAGG, die vervolgens de mate van depressiviteit en de indicatie voor opname vaststellen. Opname kan zowel vrijwillig als onvrijwillig plaatsvinden.
Op onvrijwillige basis zijn er twee mogelijkheden iemand op te (laten) nemen:
- Onvrijwillige opname met in bewaring stelling (IBS)
Hierbij moet sprake zijn van een situatie waarbij de cliënt een gevaar voor zichzelf en/of zijn omgeving vormt. Op grond van een ‘geneeskundige verklaring’ van een onafhankelijke psychiater kan de burgemeester een in bewaring stelling afgeven. Dit is een politiemaatregel waarop de cliënt direct opgenomen kan worden. Na een paar dagen bekijkt de rechter of het noodzakelijk is de IBS te bekrachtigen voor de duur van drie weken. Gedurende die tijd zal de cliënt op onvrijwillige basis opgenomen blijven. Is er echter geen sprake van een bekrachtiging kan de cliënt er alsnog voor kiezen vrijwillig opgenomen te blijven. - Onvrijwillige opname met rechterlijke machtiging (RM)
Een rechterlijke machtiging wordt op grond van een geneeskundige verklaring door een onpartijdige psychiater door de rechter opgelegd. Hierbij wordt een vonnis geveld dat een onvrijwillige behandeling van een half jaar inhoudt. Ook hierbij moet er sprake zijn van gevaar voor de cliënt zelf of diens omgeving of indien dit gevaar op korte termijn te verwachten is. De behandelend psychiater kan de rechterlijke machtiging te allen tijde opheffen op het moment dat de cliënt erin heeft toegestemd vrijwillig te willen en kunnen verblijven. De mogelijkheid bestaat echter ook dat de rechterlijke machtiging na een half jaar door de rechter met een jaar verlengd wordt.
De meeste mensen ervaren opname in een psychiatrisch ziekenhuis als iets afschuwelijks, zeker in het begin. Men is bang erdoor gestigmatiseerd te raken en buiten de maatschappij te vallen. Wellicht is hiermee ook de angst te verklaren die mensen ervaren als ze van hun huisarts een verwijzing naar een psychiater krijgen. Soms is een opname echter niet te vermijden en valt het de cliënt achteraf gezien zelfs mee omdat deze het gevoel heeft eindelijk aandacht en begrip voor zijn klachten te krijgen.
Er is echter ook een ‘tussenoplossing’ mogelijk waarbij de cliënt intensief behandeld kan worden in de vorm van dagbehandeling. Overdag vinden diverse vormen van behandeling plaats gedurende maximaal vijf dagen in de week en daarbuiten blijft het contact met de maatschappij behouden.
Mocht er gedurende de opname sprake van klachten zijn over de behandeling dan kan de cliënt hiermee allereerst bij zijn eigen hulpverlener terecht. In tweede instantie bestaat de mogelijkheid de klacht bij de directie van de instelling of het hoofd van de afdeling neer te leggen. In de meeste instellingen is hiervoor een vertrouwenspersoon aangesteld (PVP’er) die de belangen van de cliënt kan behartigen. Daarnaast zijn daar ook diverse belangenverenigingen voor in het leven geroepen zoals de cliëntenbond en Stichting Pandora. Bij eventuele geschillen kan via de wetswinkel een advocaat worden ingeschakeld. In laatste instantie kan men aankloppen bij het Medisch Tuchtcollege, de Provinciale Inspectie voor de Geestelijke Gezondheidszorg of de Officier van Justitie.