Symptomen angststoornis

Bij de verschillende angststoornissen komen diverse fysieke en mentale symptomen voor, die vaak in combinatie optreden. Daarbij is het afhankelijk van het soort angststoornis welke klachten zich voordoen. De mate waarin ze optreden hangt samen met het angstniveau. Op het moment dat de angst niet meer in verhouding tot het werkelijke gevaar staat is er sprake van angstklachten of een angststoornis. Angstige mensen weten dikwijls dat er van werkelijk gevaar geen sprake is maar geven aan dit wel zo te voelen. Om de angst te verminderen of te laten verdwijnen is het belangrijk angstsymptomen te herkennen en hier al dan niet onder begeleiding mee aan de slag te gaan.

Veelvoorkomende klachten bij angststoornissen:

Hoofdpijn
Buikpijn
Depressie
Nachtmerries
Slap gevoel
Bezorgdheid
Nervositeit
Prikkelbaarheid
Hyperventilatie
Stijve, pijnlijke nek- en/of schouderspieren
Slaapproblemen
Geen zin in seks
Onrust en spanning
Bleke gelaatskleur
Gebrek aan eetlust
Concentratieproblemen
Stijve spieren
Angstige voorgevoelens
Vermijdingsgedrag
Niet in staat zich te ontspannen

Biologische verklaring angstklachten

Angst stelt ons in staat goed te functioneren door in geval van (mogelijk) bedreigende situaties snel te kunnen reageren. Alle met angst gepaard gaande symptomen kunnen dan ook het best verklaard worden vanuit de daardoor geboden mogelijkheid tot het ondernemen van actie. De stoffen die hierbij vrijkomen, zoals adrenaline, hebben enige tijd nodig om uit het bloed te verdwijnen waardoor het even duurt voordat dit soort reacties weer verdwijnen.

Om actie te kunnen ondernemen dient het lichaam voldoende zuurstof naar de spieren te transporteren, die dat nodig hebben voor het verbrandingsproces om energie te kunnen leveren. Door dieper en sneller adem te gaan halen krijgt het lichaam deze zuurstof binnen, wat dikwijls met een gevoel van benauwdheid samen gaat. Het bloed, waarmee de zuurstof getransporteerd wordt, zal vervolgens sneller rondgepompt worden om de zuurstof verder te verplaatsen. Daardoor neemt de frequentie van de hartslag toe waardoor iemand een versnelde hartslag of hartkloppingen zal ervaren. Daarnaast past de bloedsomloop zich wat aan. Er zal relatief gezien meer bloed naar de grote lichaamsspieren (de armen en benen) getransporteerd worden dan naar de andere lichaamsdelen. Omdat er hierdoor wat minder bloed naar de hersenen en de maag en darmen gaat wordt vaak een gevoel van duizeligheid en last van maag en darmen ervaren. Het zweten wordt veroorzaakt door de voorbereiding van het lichaam op de heftige spieractiviteit die kan gaan komen en warmte veroorzaakt. Deze warmte wordt door het koelingsmechanisme van het lichaam afgevoerd, namelijk door te gaan zweten. Tenslotte kan het trillen of beven te wijten zijn aan de toegenomen spierspanning bij angst.