Van alle mensen heeft ongeveer 20% ooit in zijn leven één of meer angststoornissen gehad. Terwijl zowel jeugdigen, volwassenen als ouderen met angststoornissen kampen, is vooral het aantal personen met fobieën erg hoog in alle leeftijdsgroepen. De sociale en specifieke fobie komen daarbij het meeste voor, gevolgd door de gegeneraliseerde angststoornis en paniekstoornis. De paniekstoornis treedt drie keer zo vaak onder vrouwen op als onder mannen. Agorafobie doet zich het minst voor.
De sociale angststoornis is na depressie en alcoholverslaving de meest voorkomende psychische aandoening. Mensen die aan een dergelijke stoornis lijden wachten het langst met het zoeken naar hulp (gemiddeld 15 jaar) en vrezen niet alleen dat anderen hen niet aardig vinden maar roepen ook daadwerkelijk negatieve reacties bij andere mensen op.
Van kind tot volwassene
5% procent van de kinderen kampt met een angststoornis, onder jeugdigen is dit 10%. Angststoornissen komen vaker bij meisjes voor, vooral tijdens de adolescentie. De meeste angststoornissen ontstaan in de leeftijdsperiode tussen de 25 en 44 jaar. In die leeftijdsgroep treden angststoornissen ook het meest op hoewel ze ook eerder of later kunnen ontstaan. Vooral de sociale fobie, de specifieke fobie en de gegeneraliseerde angststoornis kunnen zich in de kindertijd, pubertijd of adolescentie ontwikkelen. Daarentegen komt de paniekstoornis weinig onder adolescenten voor. Een specifieke fobie, die in de kindertijd ontstaan is, verdwijnt dikwijls op volwassen leeftijd.
Ouderen
Van alle psychische stoornissen komen angststoornissen het meest onder ouderen voor waarbij het aantal oudere vrouwen met een dergelijke stoornis ongeveer twee keer zo groot is als het aantal oudere mannen met een angststoornis. Aangezien het merendeel van de ouderen met een angststoornis er niet mee naar de huisarts gaan of de stoornis niet als zodanig herkend en geregistreerd wordt is in huisartsenregistraties sprake van een behoorlijke onderrapportage van het aantal ouderen met een angststoornis. Angststoornissen doen zich bij ouderen iets minder vaak voor dan onder volwassenen tot 65 jaar. Op latere leeftijd treedt de gegeneraliseerde angststoornis het meest op.
Vrouw versus man
Bijna alle angststoornissen komen meer onder vrouwen dan onder mannen voor. Vooral onder vrouwen wordt de diagnose angststoornis de laatste decennia vaker gesteld door de huisarts, waarschijnlijk omdat deze de stoornis beter herkent. Daarnaast zoeken mensen eerder professionele hulp.
Risicogroepen
Mensen met angstklachten of een angststoornis in de voorgeschiedenis hebben aanzienlijk meer risico een angststoornis te ontwikkelen. Dit geldt ook voor personen met een laag inkomen of een lagere opleiding. Een angststoornis wordt vaker gezien onder werklozen en alleenstaanden waarbij het onduidelijk is of dat de oorzaak of het gevolg van de stoornis is. Het risico op een angststoornis is ook hoger onder mensen die eerder een andere psychische aandoening hadden (met name een depressie), mensen met een psychotrauma in het heden of verleden, mensen met verslavingsproblemen, frequente praktijkbezoekers en mensen met een verstandelijke beperking.
Combinatie
Angststoornissen gaan vaak samen met andere typen angststoornissen of een depressie. Een combinatie komt bij ouderen minder vaak voor dan bij jongeren. De combinatie van een angststoornis en een depressie heeft meer negatieve effecten dan die van twee angststoornissen. De klachten zijn daarbij ernstiger, het herstel is trager, er is vaker sprake van een chronisch beloop, het risico op recidief neemt toe, de kwaliteit van leven is slechter en het leidt tot meer psychosociale beperkingen, een suïcidepoging of een psychiatrische opname. Aangezien de symptomen elkaar overlappen kunnen de stoornissen elkaars aanwezigheid maskeren.
Chronisch
Hoewel angststoornissen dus vaak voorkomen wordt ongeveer 50% van de mensen daar niet goed voor behandeld wat de duur van de klachten onnodig verlengt en met veel stress en kosten gepaard gaat. Bij de meeste angststoornissen is er sprake van een chronische aandoening, die tot een vermindering van de kwaliteit van leven en een verminderd functioneren leidt, ook op het werk. Angststoornissen worden ook meer gezien bij mensen met een chronische somatische aandoening.