Zodra de eerste angstsignalen zich openbaren is het verstandig direct in te grijpen om verergering van de klachten te voorkomen. Een toenemende angst kan namelijk voor een belemmering van het dagelijks functioneren zorgen. Uit onderzoek is gebleken dat vroegtijdige onderkenning en behandeling van angst het aantal klachten op latere leeftijd behoorlijk doet afnemen. Om die reden is het belangrijk dat vroege signalen van angst op tijd opgepikt worden.
Angst heeft dikwijls een drempel, die voor iedereen anders is. Voor sommige mensen is deze laag en wordt daarom snel overschreden. Angst werkt belemmerend als deze niet in verhouding staat tot de situatie waarin iemand zich bevindt. Angst kan zich geleidelijk opbouwen en hoeft niet per se samen te hangen met een specifieke situatie. Ook hierbij spelen gradaties een rol. Door je eigen angstdrempel goed in de gaten te houden kun je ervoor zorgen dat je zoveel mogelijk klachtenvrij bent.
Angstsignalen bij kinderen
Onder kinderen en adolescenten komen angststoornissen veelvuldig voor en zijn duidelijk negatief van invloed op het functioneren van het kind door de jaren heen. Dit kan zich uiten in de contacten en het functioneren op school, met vriendjes en binnen het gezin.
Onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen met een angststoornis een tot viermaal grotere kans hebben om op volwassen leeftijd ook aan een dergelijke stoornis te lijden. Om die reden is vroege herkenning en adequate behandeling belangrijk. Het herkennen van een angststoornis bij kinderen is echter niet altijd eenvoudig aangezien ze hun klachten niet makkelijk onder woorden kunnen brengen en angst op de kinderleeftijd dikwijls als een ‘normale’ reactie beschouwd wordt. Daarbij hebben kinderen niet altijd in de gaten wat wel of niet normaal is.
Kinderen met angstgevoelens merken vooral zelf dat het niet goed met ze gaat. De leerkracht en andere kinderen hebben over het algemeen geen problemen met ze. Het lijkt of er niets met ze aan de hand is omdat het kinderen met een ‘verborgen problematiek’ zijn. Ze zenden signalen uit die moeilijk op te vangen en complex zijn. In sommige gevallen zijn ze boos en agressief maar over het algemeen zijn het piekeraars, slechte slapers en tobbers. De kinderen die hun klachten wel laten merken worden soms niet serieus genomen waarbij hun problemen gebagatelliseerd worden of als van voorbijgaande aard worden afgedaan. Hierdoor kunnen ze met hun probleem blijven rondlopen.
Angststoornissen bij kinderen dienen onderscheiden te worden van normale kinderangsten die bij een specifieke ontwikkelingsfase passen zoals separatieangst bij een kind van 1 – 2 jaar oud. Bij kinderen met een geborgen en veilig gevoel in de thuissituatie zullen deze klachten zo goed als spontaan verdwijnen.
Angststoornissen kunnen zich bij kinderen op drie niveaus uiten:
Fysiologisch
Hieronder vallen klachten als een gevoel van constante gespannenheid, beven, buikpijn en hoofdpijn.
Cognitief
Kinderen waarbij de angst zich op cognitief niveau uit piekeren veel, vooral voor het slapen gaan en hebben constant nare gedachten over vervelende dingen die zouden kunnen gebeuren.
Gedragsmatig
Angst die zich in het gedrag openbaart wordt gekenmerkt door het constant proberen te vermijden van angstige situaties of deze met huilen of juist met snel geïrriteerd gedrag ondergaan.
Vroege angstsignalen
- Toegenomen slaapproblemen
- Hyperventilatieklachten
- Aspecifieke aanhoudende stressklachten zoals prikkelbaarheid, lusteloosheid, labiliteit, concentratieproblemen of gespannenheid
- Gespannen spieren
- Verhoogde schrikreactie
- Zich slecht tot niet kunnen ontspannen
- Toegenomen vermoeidheid
- Alcohol- of drugsproblemen
- Functionele fysieke klachten die aanhouden en waarbij iemand niet of maar kortdurend gerustgesteld kan worden. Vooral hartkloppingen en onbegrepen duizeligheid zijn hier voorbeelden van.
- Depressie
- Het functioneren is opvallend veranderd door vermijdingsgedrag of verminderde professionaliteit
- Toegenomen ziekteverzuim
- Slaap- of kalmerende middelen willen gebruiken
- Verhoogde alertheid
- Bezorgdheid die in toenemende mate richting angstige gedachten gaat
- Een ongemakkelijk/onrustig gevoel in situaties die dat gevoel daarvoor niet opriepen
- De huisarts of specialist vaak bezoeken voor wisselende, onderling niet samenhangende lichamelijke klachten
- Zweet in de handen hebben staan